Gods richtlijnen voor het leven (de tien geboden) - Ontdek de Bijbel (2024)

Inleiding

In de vorige les hebben we gezien dat het volk Israël uit Egypte getrokken is. Na drie maanden komen ze aan in de woestijn Sinaï (Exodus 19:1-2). In die drie maanden is er veel gebeurd. Mozes heeft een lied gezongen ter ere van de verlossing van het volk uit Egypte (Exodus 15:1-21). Hij zingt het uit: ‘Wie is als U onder de goden, Heere? Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, Die wonderen doet?’ (Exodus 15:11). Tijdens de tocht door de woestijn zorgt God goed voor Zijn volk. Hij geeft hun voldoende te eten en drinken. We lezen in hoofdstuk 16 en 17 dat God kwartels geeft als vlees en manna waar brood van gebakken kan worden. Hij zorgt ook voor water (Exodus 17). Tussen de regels door lezen we echter ook van ondankbaarheid van het volk. Steeds weer mopperen de mensen op Mozes en daarmee eigenlijk ook op God. Ze gaan zelfs zo ver dat ze aan Mozes vragen waarom hij hen eigenlijk uit Egypte gehaald heeft (Exodus 16:3, 17:3). Ze vertrouwen niet op God. Ze zijn iedere keer ongehoorzaam. Toch straft God hen (nog) niet. Aan Gods trouw zal het niet liggen. God heeft beloofd dat het volk Israël in Kanaän zal komen en dat zal gebeuren ook!

Het verbond bij de berg Sinaï

In Exodus 19 kunnen we lezen dat het volk haar tenten opslaat recht tegenover de berg Sinaï. Bij deze berg zal de Heere God opnieuw een verbond sluiten met Israël. We lezen in Exodus 19:3 dat Mozes namens het volk de berg Sinaï opgaat om daar de woorden van God te ontvangen. In vers 4 en 5 staat wat het verbond precies inhoudt. God belooft aan Israël dat Hij voor hen zal zorgen, en hen zal brengen in het beloofde land. Aan de andere kant vraagt God van Zijn volk gehoorzaamheid door het houden van de wetten die Hij hen via Mozes zou geven. Als Mozes terugkeert van de berg vertelt hij de woorden van God aan het volk en dan antwoordt het volk eensluidend: ‘Alles wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen!’ (Exodus 19:8). Mozes geeft dit antwoord weer terug aan God. Het volk twijfelt er niet aan of ze het verbond wel kunnen houden. In het Oude Testament kunnen we echter herhaaldelijk lezen dat ze veel te kort zijn geschoten in hun trouw aan God en het gehoorzamen aan Hem. Dat zal ook in deze les blijken. We lezen in de Bijbel dat deze verbondssluiting met geweldige tekenen gepaard gaat. Deze tekenen wijzen op Gods aanwezigheid, Zijn almacht en Zijn heerlijkheid. Onder de indruk van de wolk, het geluid van de trompet, de donder en de bliksem om hen heen, stemt het volk gewillig toe het verbond te onderhouden (Exodus 19:16-19).

Een veilige omheining

Het centrale punt van de wetten die in Exodus en Leviticus staan wordt gevormd door de Tien Geboden. De eerste helft van de Tien Geboden gaat over de verhouding van het volk met God. De tweede helft van de Tien Geboden gaat over de relatie tot anderen. Deze wetten zijn van groot belang. Ze gaan veel verder dan het belang alleen voor het volk Israël. Ze zijn blijvend van karakter en ze gelden voor de hele mensheid. De huidige wetgeving van veel landen is hierop gebaseerd. Stel je eens voor! Een klein jochie van drie jaar mag van zijn moeder in de tuin spelen. Daar kan het kind heerlijk spelen en heeft het de ruimte. Rondom de tuin staat een hek. En dat is er niet voor niets. Binnen dat hek is het kind veilig en kan er niets gebeuren, maar buiten het hek is het gevaarlijk. Daar rijden de auto’s, daar is een diepe sloot, daar is volop gevaar. Zolang dat kind nu maar binnen dat hekje blijft is er niets aan de hand. Maar wat doet dat kind nu…? Het breekt het hekje open en verlaat de veilige tuin. Grote gevaren liggen daar op de loer. Ieder moment kan het mis gaan. Een aanrijding, verdrinking of…? Zo is dat ook met de Tien Geboden van God. We hebben gezien dat God de mens volmaakt geschapen heeft. In het paradijs was alles veilig. Er was geen gevaar, geen verdriet, geen ellende. Maar toen kwam de zondeval. Het ging mis. Door de ongehoorzaamheid aan God brak de mens door het veilige hek heen en kwam het in de gevarenzone terecht. En dat bleek ook al snel. Want in een van de vorige lessen hebben we gezien dat Kaïn zijn broer Abel doodsloeg. Direct na de val van de mens was het menselijk leven in gevaar. Ruzie, haat, doodslag, jaloezie, opstand, overspel, leugen en bedrog waren het gevolg. God had de mens in deze situatie kunnen laten, maar kijk eens naar de grote liefde en barmhartigheid van God. Als God hier met Zijn volk een verbond sluit dan geeft Hij hun ook een gebod. Een gebod om hen te beschermen. God zet als het ware opnieuw een hek rondom het menselijk leven. Hij geeft tien geboden waardoor er weer bescherming is van het menselijk leven. God laat de mens niet zitten bij de brokstukken van zijn leven. God is genadig. God waarschuwt de mens en zegt hen binnen het hek van zijn wet te blijven. En breekt de mens daar toch in ongehoorzaamheid doorheen, dan is er niets anders dan verdriet en ellende te verwachten. (Psalm 32:10) En zo geldt deze wet ook voor ons. God heeft Zijn wet niet voor niets gegeven. Ook in onze tijd is er zoveel ellende en verdriet. En dat komt omdat er niet gehandeld wordt naar het gebod van God. De Heere God vraagt ook ons om Zijn geboden te houden. En dat is tot onze redding. Het is de liefde van God die nog een bescherming geeft rondom het menselijk leven. De wet heeft echter nog een belangrijke functie. We zullen zien dat als wij de Tien Geboden proberen te onderhouden, we zo vaak daarin struikelen. We ontdekken dat er vanuit de mens een drang is om door die veilige omheining heen te breken. Hoe komt dat? De oorzaak daarvan ligt in het paradijs. Toen is de mens van God afgekeerd. We hebben gezien dat het beeld van God toen verwoest is in de mens. Het beeld van kennis van God en een leven in gerechtigheid en heiligheid. En daar komt die slechte drang in ons uit voort (Markus 7:21-23). Hoewel we kunnen weten dat het tot onze schade is, overtreden we zo vaak de wet van God. We noemen dat zonde. En daar ligt juist de les voor ons. Als we zien dat we tegen het gebod van God gezondigd hebben, hebben we vergeving nodig. Die vergeving is er in de Heere Jezus Christus. Jezus Christus is naar de aarde gekomen om de schuld van zonde weg te nemen voor allen die in Hem geloven (1 Johannes 4:10). Zo staat de wet precies op de plaats waar hij hoort. Door de wet leren wij onze zonde zien. En het wijst vooruit naar de Heere Jezus Christus die naar de aarde is gekomen om te sterven voor de zonden van allen die in Hem geloven. Daardoor is vergeving mogelijk. God heeft al in het paradijs beloofd dat er een Verlosser zou komen. De Heere Jezus zou geboren worden. Ook aan Abraham heeft God laten zien dat Hij zou voorzien in een volmaakt Offer. Op veel plaatsen in het Oude Testament herhaalt God zijn beloften. Ook hier weer. Het verbond dat God sloot met Israël, en de wet die Hij hen gaf, zijn verwijzingen naar de Heere Jezus als de vervulling van de belofte.

De Tien geboden

De tien geboden staan beschreven in Exodus 20:2-17.
‘Ik ben de Heere, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft.
1. U mag geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
2. U mag zich geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde, of in het water onder de aarde is. U mag zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de Heere, uw God, ben een ijverend God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en zich aan Mijn geboden houden.
3. U mag de Naam van de Heere, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Heere zal niet onschuldig houden wie Zijn naam ijdel gebruikt.
4. Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen moet u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de Heere, uw God. Dan mag u geen enkel werk doen, u niet, uw zoon en uw dochter niet, uw slaaf en slavin niet, uw vee niet, en niet de vreemdeling, die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de Heere de sabbatdag, en heiligde die.
5. Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Heere, uw God, u geeft.
6. U mag niet doodslaan.
7. U mag niet echtbreken.
8. U mag niet stelen.
9. U mag geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.
10. U mag niet begeren het huis van uw naaste. U mag niet begeren de vrouw van uw naaste, zijn slaaf en zijn slavin niet, zijn rund en zijn ezel niet, en niets wat van uw naaste is.’

De tabernakel

God beloofde Mozes dat Hij met Zijn volk zou zijn. Zijn aanwezigheid was bekend door de wolk -en vuurkolom. Maar God wilde ook tussen de mensen wonen. Daarom moest Mozes een tent maken voor de Heere God; de Tabernakel. God gaf aan Mozes gedetailleerde instructies voor deze speciale tent (Exodus 25-31). We lezen ook dat Mozes alle dingen opschrijft in een boek. Het ‘boek van het verbond’ (Exodus 24:4-7). Mozes zelf heeft de eerste vijf boeken van het Oude Testament geschreven. Zo weten wij dus ook alle details van de tabernakel. In het centrum van een aantal afgescheiden gedeelten in de tabernakel was er een gedeelte dat ‘het heilige der heilige’ heette. Daar was geen beeld van God, want dat had de Heere God juist verboden. Er stond een gouden kist, waarin de twee stenen waren gelegd waar de wet op geschreven was. De ‘ark van de getuigenis’ zoals deze kist wel in de Bijbel wordt genoemd (Exodus 25:21-22) was eenvoudig mee te nemen met draagbomen. De hele tabernakel was in korte tijd op te bouwen en weer af te breken, omdat het volk Israël een trekkend volk was. God beloofde op deze manier bij het volk te blijven en met hen mee te trekken. Maar er waren strenge richtlijnen. Alleen daarvoor aangestelde priesters mochten dienst doen in de tabernakel en als het kamp werd opgeslagen waren het de tenten van de priesters die Gods tent omringden. De tabernakel duidde Gods aanwezigheid aan te midden van Zijn volk en heel de tabernakeldienst was een symbolische verwijzing naar de Heere Jezus.

De ontrouw van het volk

Na de bezegeling van het verbond, ging Mozes de berg weer op om met God te spreken. De mensen beneden aan de voet van de berg Sinaï werden moe van het wachten op Mozes (Exodus 32:1-6). Ze vroegen aan Aäron om een beeld te maken van goden die ze konden zien en aanraken. Zo verbraken ze dus al direct het verbond dat ze zojuist gesloten hadden en hun belofte die ze nog maar net beloofd hadden. Aäron bezweek onder de aandrang van het volk en liet een gouden kalf maken van de sieraden van het volk. Daarna hield het volk een wellustig feest rondom het gouden kalf. De afgoderij ten top! Toen Mozes terugkeerde van de berg hoorde hij het rumoer van de mensen. Ontzet en vol verdriet gooide hij de twee stenen platen met daarop de tien geboden in stukken (Exodus 32:19). De mensen kwamen snel tot hun positieven. Zij hebben direct na de plechtige verbondsluiting het eerste en tweede gebod overtreden. Ze hadden zich immers gebogen voor een zelfgemaakt beeld. Ze dienden een andere god dan de Heere God. Ook hier zien we weer het werk van de satan die probeert om de belofte en het verbond van God te verwoesten. Hij stookt mensen op om elke relatie met God te verbreken.

De vernieuwing van het verbond

Mozes maalt het gouden kalf tot poeder, mengt dit met het drinkwater en hij laat het de Israëlieten drinken. Daarna gaat Mozes weer de berg op om vergeving te vragen voor het grote kwaad dat is gebeurd. Het volk heeft zwaar gezondigd. Hier zien we Mozes als middelaar optreden. Hij bemiddelt tussen het schuldige volk en God. Hij lijkt hierin op Jezus Christus, die later ook als een Middelaar zou optreden tussen God en schuldige mensen. Indrukwekkend zijn de woorden die de Heere God gebruikt als Hij aan Mozes voorbijgaat: ‘HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw, Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet onschuldig houdt…’ (Exodus 34:6-7). Mozes valt in reactie hierop op zijn knieën en belijdt aan de Heere God de schuld en de zonde van het volk: ‘Heere, als ik dan genade in Uw ogen gevonden heb, laat mijn Heere dan toch in ons midden meegaan. Voorzeker, het is een halsstarrig volk, maar vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan als Uw erfbezit.’ (Exodus 34:9). Het verbond ligt verbroken van de kant van de mens. Maar God laat het er niet bij zitten. Iedere keer zien we weer de grote trouw van God. Hier is weer een reden voor God om de mens te laten zitten in zijn ellende. De geschiedenis uit het paradijs herhaalt zich. Ook hier schittert echter weer de trouw van God. Het gaat om Zijn belofte en de komst van de Heere Jezus Christus. God heeft het behoud van de mens op het oog. Ook hier zien we weer iets van de strijd tussen het slangenzaad en het zaad van de vrouw. God vernieuwt het verbond met het schuldige volk. De Heere zegt: ‘Zie Ik maak een verbond…` (Exodus 34:10-35).

Tot slot

Het boek Exodus is vol van Gods heerlijkheid en Zijn heiligheid, maar we lezen ook dat God wil wonen tussen de mensen. Hij wil hen beschermen en redden. Het volk moest veel bittere lessen leren tijdens de woestijntocht. Watervoorzieningen ontbraken en vaak mopperde het volk op Mozes. God openbaart Zich echter als degene die voortdurend voorziet in hun behoeften. Het boek Exodus eindigt als de tabernakel klaar is en de heldere wolk van Gods aanwezigheid hen omgeeft in al zijn pracht (Exodus 40). God is bij Zijn volk. Dat heeft het niet verdiend, maar God is trouw en vol van genade en barmhartigheid. Dat is Hij ook nu nog. Want Jezus Christus is gekomen. In Hem kan God weer genadig zijn voor mensen die eigenlijk straf verdiend hebben. Zo hebben we ook in deze les gezien dat God de gouden draad van Zijn belofte in stand houdt. Iedere keer wees God de mensen op de Verlosser die komen zou. Alleen in Jezus Christus is er redding mogelijk. We zullen in de volgende les zien hoe het verder is gegaan met het volk Israël.

Gods richtlijnen voor het leven (de tien geboden) - Ontdek de Bijbel (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Jonah Leffler

Last Updated:

Views: 6392

Rating: 4.4 / 5 (45 voted)

Reviews: 92% of readers found this page helpful

Author information

Name: Jonah Leffler

Birthday: 1997-10-27

Address: 8987 Kieth Ports, Luettgenland, CT 54657-9808

Phone: +2611128251586

Job: Mining Supervisor

Hobby: Worldbuilding, Electronics, Amateur radio, Skiing, Cycling, Jogging, Taxidermy

Introduction: My name is Jonah Leffler, I am a determined, faithful, outstanding, inexpensive, cheerful, determined, smiling person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.